In zijn boek “de Kampvuurvraag” deelt Onno Aerden op openhartige wijze zijn belevingen tijdens de psychosociale therapie sessies in mijn praktijk. Ik heb toestemming gevraagd aan Onno Aerden om zijn ervaringen te delen.
Als volwassen man kijkt auteur Onno Aerden naar een 12-jarig jongetje dat, immuun voor groepsdruk, zijn eigen keuze maakt. Waarom kan hij dat dan al en worstelt hij daar ook nog steeds mee, vraagt hij zich af. Het beschrijft hoe hij opgroeide. Onze jeugd: we beschouwen het vaak als een gegeven. Mits er geen buitensporige excessen plaatsvonden uiteraard. Terwijl die tijd een schatkamer is vol antwoorden op al onze vragen in het nu.
“Het is winter 2016 en dit zal de komende weken de plek zijn waar Dorien mijn leven met me zal doornemen. Waarin Dorien vragen zal stellen die niemand me eerder stelde, die ik mezelf ook maar nauwelijks kan stellen.” In deze setting maakte ik kennis met Onno Aerden. Samen gingen we op ontdekkingsreis naar zijn vroegere werkzame leven en zijn jeugd. Tijdens die reis vindt hij de oorspronkelijke bronnen van gedrag waar hij op volwassen leeftijd door wordt gehinderd en dat hem steeds opnieuw parten speelt in zijn relaties en het vinden van zijn levensdoel, van echt geluk. Dat hij aan hele andere dingen ophing, dan wat hem werkelijk gelukkig maakte zo bleek later…
Leer van je verleden
“Dorien spit met mij de belangrijke momenten omhoog en haalt zo de emotionele trekker over die me eindelijk, eindelijk in staat stelt om te erkennen dat mijn controlezucht te maken heeft met zijn verlatingsangst. Ik voel meteen dat dat klopt en besluit om daar dieper in te duiken. Verlatingsangst is altijd het gevolg van een afwezige ouder in de vroegste jeugd. Dat gaat zeker op voor mij, bedenk ik me. Mijn moeder kon er vaak helemaal niet zijn voor mijn zus en mij. Zij lijdt aan chronische psychose en werd in mijn jeugd nog weleens opgenomen… […] Ze was niet alleen soms fysiek afwezig, maar ook emotioneel. […] Mijn vader zocht zekerheid in een drukke baan en verdoofde zichzelf met veel drank en sigaretten. Ergo: ook hij was er zelden om mijn zus en mij aandacht, zorg en ouderliefde te geven.”
Overlevingsmechanismen
Door deze ervaringen in zijn jeugd heeft Onno verlatingsangst ontwikkeld. Om hiermee om te gaan ontwikkelde hij diverse overlevingsmechanismen. Een daarvan was vluchten. Wat zich onder meer uitte in zoals hij het noemt ‘een laconieke houding over de bestendigheid van zijn relaties’. Achter het luchtige gedrag wat hij liet zien ging dus in werkelijkheid een diepgewortelde angst schuil, die hij zo diep verborgen hield, voor zichzelf en voor anderen, dat hij er pas in die winter van 2016 op mijn bank achter kwam.
Een ander overlevingsmechanisme dat hij ontwikkelde was vechten. Dit uitte zich in de vorm van jaloezie naar een partner, uitgedrukt in achterdocht en verwijten. Maar ook in de vorm van controledrang jegens zijn dochter, zoals hij mooi beschrijft in de Kampvuurvraag. ‘Ik wil het beste voor mijn kind.’ Die opvatting lijkt onschuldig (willen niet alle ouders dat?), “In mijn geval begreep ik dat het mijn eigen controledwang was die zich, onbewust, had vertaald in de aanname dat het vanzelfsprekend was dat mijn oudste dochter het gymnasium zou gaan doen. Net als ik namelijk. En stond dat niet ook met zoveel woorden op haar schooladvies in groep acht van de basisschool? Het was niet meer dan logisch dat ze zich op de lesstof zou storten zoals haar vader had gedaan – ook al bestond er voor hem in zijn kale jeugd nauwelijks iets anders dan school. Dat ze helemaal niet zat te wachten op klassieke talen en een straf leertempo, maar dat niet hardop durfde te zeggen tegen haar papa, dat ze een leven leidde waarin vriendschappen en bijbaantjes veel meer plaats innamen dan in het leven haar vader destijds – en dat ze daardoor in veel opzichten een rijker leven had –, kwam simpelweg niet bij me op.”
In zijn werk ontpopte Onno zich juist tot een pleaser, met een ongekende dienstbaarheid, die werkelijk overal ja op moest zeggen en alles in het werk stelde om zijn opdrachtgevers te behagen. Beter bekend als het overlevingsmechanisme vleien. Meer over de verschillende overlevingsmechanismen lees je in mijn boek ‘Als herboren’
Afpellen tot in de wieg
“De sessies met Dorien hielpen mij bij het afpellen van mijn gedragingen en mijn ideeën tot hun oorsprong – ergens vroeg in mijn jeugd. […] Ik kwam erachter hoe mijn onwenselijke gedragspatronen geworteld waren – logischerwijs haakten ze aan mijn vroege jeugd, daar waar allerlei schijnbaar onwrikbare gedragingen geboren worden die je later in je leven behoorlijk dwars kunnen zitten. Ze hielp mij uiteindelijk bij het beantwoorden van de vraag waarom ik was geworden wie ik was. En dat bleek essentiële informatie die ik eerder had gemist bij het bepalen van mijn levensdoel. Want hoe kun je een stip op de horizon voor jezelf zien en een pad uitstippelen dat ten dienste past bij wie je bent, als je dat laatste niet precies weet.”
Jaloeziemonsters en controlfreaks
Op het moment dat je tot een dergelijk inzicht komt als Onno hierboven, sta je aan de voet van een waardevol en lonend proces. Een proces waarin het draait om doorbreken van patronen en dat begint met het loslaten van oude overtuigingen. Een weg die niet zonder hobbels is, continu onderhoudt vergt omdat eenmaal in ons genestelde jaloeziemonsters en controlfreaks zich niet zomaar laten temmen. Zo beschrijft ook Onno: ‘Pas na een jaar of anderhalf kon ik mijn ego opzijschuiven, checkte ik niet meer de hele tijd haar vorderingen op de studieresultaten-app en stopte ik met allerlei goedbedoelde aansporende opmerkingen. Loslaten, dat was de sleutel. Niet zozeer mijn dochter loslaten, als wel mijn eigen vastgeroeste gedachten over ‘doorzetten’ en ‘volhouden’…
“Het gaat erom dat je bereid bent om je vastgeroeste overtuigingen tegen het licht te houden, door te kijken waar die vandaan komen en die oorzaken opnieuw te waarderen. Juist je minst prettige eigenschappen verdienen aandacht: het gedrag en de overtuigingen waarvan je diep vanbinnen wel weet dat je ‘er iets mee moet’, maar waarmee je nog niet aan de slag bent gegaan. Juist het bezien van je minder goede eigenschappen zet je op het pad naar verbetering. Om mezelf een beter leven te gunnen, moest ik afscheid nemen van wat je als een angst voor verlies zou kunnen omschrijven. Ik zou moeten leren dat ik kon vertrouwen op mezelf zónder mezelf tekort te doen of juist te overschreeuwen. Het is overigens beslist niet zo dat ik nu het perfecte leven leid. Soms kom ik nog steeds in situaties terecht die me dwingen om terug te gaan naar mijn oude ik, naar mijn onzekerheden en angsten… […] Zelfs nu ik me volkomen bewust was van het bestaan en de oorzaak daarvan….”
Meer ruimte voor geluk
Het afpellen tot in de wieg, het blootleggen van patronen en het proces van het doorbreken ervan maakt ruimte vrij. Ruimte voor onszelf en wat we echt willen. Want als we ons ontdoen van al die ruis van patronen die vooral in het teken staan van ‘moeten’, wat we onszelf hebben opgelegd, kunnen we veel meer ‘zijn’, voelen’ en ontwikkelen we ‘zelfcompassie’. Zo beschrijft Onno in zijn boek dat hij van zichzelf nu tijd mag besteden aan bezigheden die hij eerst als nutteloos beschouwde. Simpel en alleen omdat hij er blij van wordt. En dat is genoeg. Onno ontmoette ook weer een nieuwe liefde die zijn nieuw verworven ik flink op de proef stelde omdat zij niet wilde samenwonen. Als je wilt weten hoe dat afliep raad ik zijn boek van harte aan.
Reisgenoot
Hoe jouw doel, jouw weg en jouw geluksmomenten onderweg eruit zien is voor elk van ons anders (juist dat maakt elke reis op mijn sofa zo interessant, en niet alleen voor degene die er op ligt). Het boek De Kampvuurvraag van Onno Aerden is een mooi vertrekpunt voor die reis en een fijne reisgenoot.
Nieuwsgierig naar wat pyschosociale therapie voor jou kan betekenen? Lees dan mijn blogartikel.